De dollar is dit jaar aanzienlijk in waarde gedaald. Vooralsnog lijkt hier geen einde aan te komen. De vraag is echter hoe lang andere landen nog toestaan de eigen munt in waarde te laten stijgen tegenover de dollar, signaleert Ron van der Does.
De daling van de Amerikaanse munt komt vooral tot uitdrukking in de dollar-index, afgekort bekend als de DXY, en laat de waarde van de munt zien tegenover een mandje van valuta´s. De mand wordt samengesteld door een zestal valuta’s van handelspartners van de Verenigde Staten.
In deze index wordt de waarde bepaald door de euro (57,6 procent), Japanse yen (13,6 procent), Britse pond (11,9 procent), Canadese dollar (9,1 procent), Zweedse kroon (4,2 procent) en Zwitserse frank (3,6 procent).
Men kan zich terecht afvragen of de Zweedse kroon en Zwitserse frank nog steeds in de index behoren. Uiteindelijk zijn er momenteel andere handelspartners van de VS te bedenken van grotere omvang.
Dollarmandje
De samenstelling van de mand is echter zeer stabiel en is eigenlijk maar één keer aangepast. Dat gebeurde in 1999 toen de girale euro werd gelanceerd.
De index bestaat al sinds 1973 en wordt middels een vaste formule berekend. Hierbij worden de contante prijzen van de bovengenoemde valuta’s tegenover de dollar gehanteerd.
Voor de totstandkoming van de euro bestond de mand uit 10 valuta’s waarna bij lancering de Duitse mark, Franse frank, Italiaanse lire en de gulden zijn vervangen door de euro.
Soms kan er sprake zijn dat de dollar ten opzichte van bepaalde valuta’s verzwakt en juist tegenover andere valuta’s sterker wordt. Dit is dan meer het gevolg van een verandering van de andere valuta dan van de dollar zelf. Daarom wordt vaak naar de DXY gekeken om te bepalen of de dollar sterker of zwakker wordt.
De DXY is een populair instrument om in te handelen en dit wordt gedaan via een contante transactie dan wel via een future (termijncontract) of een ETF (index tracker).
Verzwakking dollar
De dollar-index is sinds het begin van dit jaar aanzienlijk in waarde gedaald, waarbij de val eigenlijk al werd ingezet op 3 december 2015 toen ECB voorzitter Mario Draghi de markt teleurstelde met het stimuleringsbeleid.
De markt had toen duidelijk intensievere maatregelen verwacht om de economie in de eurozone aan te zwengelen. Als gevolg hiervan steeg de euro, nadat een Europese renteverlaging werd uitgesteld. Aangezien de euro de grootste component is in de dollar index daalde de waarde van de index na de bekendmaking in december.
Vervolgens nam de Amerikaanse centrale bank – de Federal Reserve (Fed) - dit jaar een gematigde houding aan ten aanzien van renteverhogingen. De Fed wees hierbij op externe factoren die het herstel van de economie in de VS kunnen vertragen. Hierbij werd voornamelijk gedoeld op het lagere groeitempo in China.
Onzekerheid op de financiële markten en een achterblijvende inflatie brachten de centrale bank van de Verenigde Staten ertoe op minder renteverhogingen in 2016 te zinspelen dan waar eind 2015 nog van uit was gegaan. Een minder agressief rentebeleid werkt door in de waarde van de dollar en de daling van de index werd dan ook dit jaar voortgezet naar een huidig niveau van 92,00.
(klik voor uitvergroting)
Nu zijn er een aantal landen waar het pijn doet als de dollar zwakker wordt tegenover de eigen munt. De twee voornaamste valuta’s zijn de euro en de Japanse yen.
Duurdere euro
De eurolanden voelen een verzwakking van de dollar, omdat de sterkere euro de exportpositie aantast en dus ook economisch herstel in de weg zit.
Recentelijk heeft Mario Draghi getracht de euro omlaag te praten. Een goedkopere euro maakt de landen in de eurozone immers aantrekkelijk voor importeurs in andere landen.
Inmiddels is de euro in vijf maanden al ruim 10 procent opgelopen en noteert al weer op een niveau van 1,1600 dollar per euro.
De duurder geworden euro zal de ECB-president dan ook met lede ogen aanzien en gezien zijn reputatie mogen wij binnenkort weer een poging verwachten de munt verbaal te drukken.
Japanse Yen
Nu zal de huidige euro-dollar koers geen reden zijn voor de Europese Centrale Bank om actief dollars op te gaan kopen (interventies) en zal het blijven bij verbale ammunitie.
Dit ligt anders voor de centrale bank van Japan waar de yen tegenover de dollar is gestegen naar een niveau waarop exportfondsen pijn lijden.
Kon de Bank of Japan eerder nog leven met een niveau van 110,00 yen tegenover de dollar, op dit moment is dollar-yen aanbeland op een niveau van 105,00 yen per dollar.
En daar wringt hem nu net de schoen. De Bank of Japan doet er namelijk alles aan om de munt te verzwakken. Recent heeft de centrale bank ingegrepen middels negatieve rentes zoals de ECB dit heeft gedaan.
De huidige Japanse rente ligt op -0,1 procent maar bij de laatste rentevergadering vorige week heeft de Bank of Japan de rente ongewijzigd gelaten. Dat voorzitter Kuroda zich daarbij in de voet schoot werd duidelijk toen de yen in reactie daarop aanzienlijk steeg en momenteel op een kritische grens is aanbeland.
Van de Bank of Japan is bekend dat zij in het verleden zeer agressief in de markt heeft geïntervenieerd toen de yen op kritische niveaus noteerde.
Het is dan ook de vraag hoever de Bank of Japan de huidige opmars nog toestaat, maar dat het op dit moment kritisch wordt, is duidelijk.
Ron van der Does is valuta-expert en marktanalist bij IG Nederland. Deze column bevat geen aanbeveling of een advies tot het doen van transacties voor welk financieel instrument dan ook. IG aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor handelingen die worden gedaan naar aanleiding van deze analyse en is ook niet verantwoordelijk voor de consequenties.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl